Nederlanders zijn zich nog niet genoeg bewust van de risico’s die komen kijken bij te veel stilzitten op het werk. Werkgevers moeten werknemers daarom stimuleren om meer te bewegen. Meer dan de helft van werkend Nederland zit namelijk de hele dag. En dat terwijl genoeg beweging en in het verlengde daarvan een goede gezondheid belangrijk zijn om medewerkers duurzaam te kunnen inzetten. Van de zittende werknemers beweegt 19 procent tijdens een werkdag helemaal nooit, ook niet in de pauze. Nog eens 34 procent komt nauwelijks van zijn plaats en maakt slechts incidenteel een ommetje. Verder blijkt uit de cijfers dat slechts 14 procent af en toe rek- en strekoefeningen doet of een rondje loopt. De over 33 procent van de ondervraagden heeft wel een actieve baan waarbij veel wordt bewogen. Vele mensen vinden beweging op oudere leeftijd niet meer nodig. Ook werkgevers zien het nut van beweging niet in. Ze zijn vaak bang voor productiviteitsverlies wanneer werknemers minder zitten. Werknemers willen in sommige gevallen wel graag meer bewegen, maar denken dat hun baan dit niet toelaat omdat er geen ‘sta cultuur’ heerst. Beweging en buitenspelen zijn echter van groot belang. Nu zullen oudere mensen niet meer op de houten schommels springen, maar als je even dat kleine stukje naar een collega in een andere ruimte toeloopt in plaats van deze te Whatsappen, ben je al goed bezig. Voor kinderen is buitenspelen echter wel heel belangrijk, ook vaak meer dan ouders zich bewust zijn. Door lekker los te gaan op in de houten zandbak leren kinderen hun creativiteit te ontwikkelen. Ze zien de wereld niet zoals wij hem zien. Ze snappen niks van de conflicten tussen onze landen, van verkiezingen en rellen. En dat is maar goed ook. Kinderen zijn de ouderen van de toekomst, en die moeten zich in alle rust kunnen voorbereiden.